Forum login
Gebruikersnaam Wachtwoord

Youtube Twitter

Boxermotor

 

 
Inmiddels hebben de meeste auto's voorwielaandrijving. De meest ideale motor hiervoor is de viercilinder lijnmotor: deze is goedkoop en dwars tussen de voorwielen is er gemakkelijk plaats voor te vinden. Toch doen niet alle motoren aan de lijn. Er zijn ook boxers. Volkswagen bouwde miljoenen boxermotoren onder de achterkleppen van de Kever, de 1500/1600 en de Transporter. Citroën bediende de voorwielen met een tweecilinder boxer in de Eend, de Dyane, de Ami, de Visa en de Mehari, maar ook met een vierpitter in de GS(A). Alfa monteerde boxers in het vooronder van de Sud, de 33 en de eerste 145/146. Porsche en Subaru zijn echter de enigen die de boxermotor nog trouw zijn. Wat zijn de redenen van deze laatsten der Mohikanen?
boxermotor doorsnede
Op de eerste plaats hebben andere fabrikanten steekhoudende argumenten om géén boxer in te bouwen. Hij is namelijk nogal breed en dat maakt een ruimtebesparende, dwarse inbouw moeilijk, zo niet onmogelijk. Bovendien is er een kostenplaatje: de boxer heeft voor een goed massa-evenwicht voor elke drijfstang een kruktap nodig. Daar komen nog bij: twee cilinderkoppen, twee aandrijvingen voor de kleppentreinen en een dubbele hoeveelheid oppervlakken, die moeten worden bewerkt om lekkages te voorkomen. Dure motor dus. Met name Alfarijders kennen nog een nadeel uit de praktijk: olieverbruik. Als een boxer lang stilstaat lekt de motorolie langs de zuigerveren naar de verbrandingsruimte. Start de motor en het blauwe pluimpje verraadt het olieverbruik.
Een 4 cilinder Boxermotor
4 cilinder boxermotor
Natuurlijk gaan Porsche en Subaru er niet mee door tegen beter weten in: de boxer heeft ook voordelen. Hij is heel plat en daardoor kan, bij de motor voorin, de motorkap laag aflopen. De Porsche 911 dankt zijn fraaie aflopende achtersteven aan het platte boxerblok achterin. Bovendien zorgt de platte bouwwijze voor een laagliggend zwaartepunt en dat beperkt overhellen en het verbetert de wegligging. Storende massakrachten die een viercilinder lijnmotor doen brommen, zijn een vierpits boxer vreemd. Slechts een paar koppels van de tweede orde verstoren de perfect gebalanceerde loop enigszins en laten de vlakke motor, vooral bij stationair draaien, licht in zijn steunen schudden. Wie zich daaraan stoort, moet er twee cilinders aan plakken. Met zes cilinders is de boxer perfect gebalanceerd. Geen wonder dat Porsche er geen genoeg van kan krijgen. Subaru heeft inmiddels ook een zespitter in het programma. De boxer is nog lang niet knock-out!
Een 6 cilinder Boxermotor zoals Porsche ze nog steeds maakt.
6 cilinder boxermotor
     
Massa-evenwicht heeft tot doel het drijfwerk van krukas, drijfstangen en zuigers zodanig te balanceren dat er geen trillingen ontstaan. Daarom worden op de wangen van de kruktrappen contragewichten aangebracht, die het gewicht van de zuigers en de drijfstangen compenseren. Tenslotte wordt de krukas nauwkeurig gebalanceerd.
Koppel van de tweede orde ontstaat door constructieeigenschappen. Bij de boxer zijn deze het gevolg van het uit lood staan van de tegenover elkaar liggende cilinders. Dat komt omdat beide drijfstangen op een eigen kruktrap zijn gemonteerd en bovendien zit er nog een krukwang tussen. In de praktijk veroorzaken deze koppels een zachtjes schudden van de motor bij het stationair lopen. Bij hoge toeren spelen ze daarentegen geen rol
Bron: AutoWeek 10 - 2001 Blz 35
PRODUCTIE AUTOBILD / H.HUCKFELDT, BEWERKING BENNY HOGEWEG